Gebruiksaanwijzing AUDI A4 2017
Audi A4 Starten en rijde... Warm en koud Automatische aircond...
Geldt voor wagens met automatische airconditioning
Afbeelding 95Automatische airconditioning: Bedieningselementen
Afbeelding 95Automatische airconditioning: Bedieningselementen
De functies worden in- of uitgeschakeld door de toetsen resp. de draaiknoppen in te drukken. De led in de betreffende toets resp. de betreffende draaiknop brandt als de functie is ingeschakeld.
OFF Airconditioning
De airconditioning wordt in- of uitgeschakeld door draaiknop -2- in te drukken. Deze wordt ook ingeschakeld als u op een andere toets resp. een draaiknop drukt. Bij uitgeschakelde airconditioning wordt de luchttoevoer van buiten afgesloten.
A/C Koelfunctie
De koelfunctie wordt met de toets A/C in- en uitgeschakeld. Bij uitgeschakelde koelfunctie wordt de lucht niet gekoeld en ontvochtigd. Hierdoor kunnen de ruiten beslaan. Bij buitentemperaturen onder 0 °C schakelt de koelfunctie automatisch uit.
Koelfunctie
De maximale koelfunctie wordt met de toets in- en uitgeschakeld. Bij uitgeschakelde koelfunctie wordt de lucht niet gekoeld en ontvochtigd. Hierdoor kunnen de ruiten beslaan. Bij buitentemperaturen onder 0 °C schakelt de koelfunctie automatisch uit. Bij ingeschakelde koelfunctie wordt het wageninterieur zo snel mogelijk gekoeld en ontwasemd.
Circulatiefunctie
In de circulatiefunctie wordt de lucht in het interieur gecirculeerd en gefilterd. Hierdoor wordt verregaand voorkomen dat verontreinigde buitenlucht in het interieur van de wagen terechtkomt. Wij adviseren u de circulatiefunctie in te schakelen als u door een tunnel rijdt of in een file staat .
De circulatiefunctie wordt in- en uitgeschakeld door draaiknop -3- in te drukken. De circulatiefunctie kan ook door te drukken op draaiknop -1- of de toets worden uitgeschakeld.
AUTO Automatische regeling
De automatische regeling zorgt voor constante temperaturen in het interieur van de wagen. Luchttemperatuur, luchthoeveelheid en luchtverdeling worden automatisch geregeld. De automatische regeling wordt in- en uitgeschakeld door draaiknop -1- in te drukken.
/ Temperatuur
Door draaiknop -1- te draaien, kan de temperatuur in een bereik van +16 °C tot +28 °C worden ingesteld. In de eindstanden werkt de airconditioning voortdurend met maximaal koel- of verwarmingsvermogen. De temperatuur wordt niet geregeld.
Aanjager
U kunt de door de aanjager geproduceerde luchthoeveelheid handmatig aan uw behoeften aanpassen door de draaiknop -2- te draaien. Om te voorkomen dat de ruiten beslaan en een continue luchtverversing in het interieur te waarborgen, zou de aanjager altijd op een lage stand moeten draaien. Om de aanjager automatisch te laten regelen, drukt u op draaiknop -1-.
Luchtverdeling
Door de draaiknop -3- te draaien, kunt u instellen uit welke roosters de lucht moet stromen. Om de luchtverdeling automatisch te laten regelen, drukt u op draaiknop -1-.
/ Stoelverwarming/-ventilatie*
Als u de toets / indrukt, is de stoelverwarming of -ventilatie op de hoogste stand 3 ingeschakeld. De temperatuurstand kunt u aan de hand van de leds vaststellen. Om de temperatuur te verlagen, drukt u opnieuw op de toets. Om de stoelverwarming of -ventilatie uit te schakelen, drukt u zo vaak op de toets dat er geen led meer brandt.
Ontwasemen
De voorruit en zijruiten worden zo snel mogelijk ontwasemd resp. ontdooid. De maximale luchthoeveelheid stroomt overwegend uit roosters onder de voorruit. De circulatiefunctie wordt uitgeschakeld. De temperatuur zou op +22 °C of hoger moeten worden ingesteld. De temperatuurregeling gebeurt automatisch.
Het ontwasemen wordt met de toets in- en uitgeschakeld. De functie kan ook worden uitgeschakeld door op de draaiknop -1- te drukken.
(Geldt voor wagens met voorruitverwarming: ) bij lage buitentemperaturen wordt de voorruitverwarming automatisch ingeschakeld. Wanneer u de voorruitverwarming handmatig wilt inschakelen, drukt u op de toets De led in de toets knippert.
Achterruitverwarming
De achterruitverwarming wordt ingeschakeld door de toets in te drukken. Deze werkt alleen bij draaiende motor en wordt afhankelijk van de buitentemperatuur na 10 tot 20 minuten automatisch uitgeschakeld.
Om de achterruitverwarming blijvend in te schakelen, drukt u de toets langer dan drie seconden in. Dit blijft opgeslagen totdat het contact wordt uitgeschakeld.
Luchtroosters
Met de kartelwielen kunnen de middelste en buitenste luchtroosters in de bestuurdersruimte en in de middenconsole achterin worden geopend en gesloten. Met de hendels kan de uitstroomrichting van de roosters worden veranderd.
Restwarmte
U kunt bij uitgeschakeld contact de functie restwarmte activeren, als u de draaiknop -1- indrukt. Hierbij wordt de resterende warmte van de koelvloeistof gebruikt om het interieur te verwarmen. De functie restwarmte wordt na ca. 15 minuten automatisch uitgeschakeld.
ATTENTIE
  • U moet de circulatiefunctie niet gedurende langere tijd ingeschakeld laten, omdat er geen frisse lucht wordt aangevoerd en bij uitgeschakelde koelfunctie de ruiten kunnen beslaan - gevaar voor ongevallen!
  • Personen met beperkte pijn- of temperatuurwaarneming kunnen bij gebruik van de stoelverwarming* verbrandingen oplopen. Deze personen mogen de stoelverwarming* niet gebruiken - gevaar voor verwondingen!
VOORZICHTIG
Om de verwarmingselementen van de stoelverwarming* niet te beschadigen, niet op de knieën op de stoelen gaan zitten of ze op een andere manier over een klein oppervlak belasten.

Alle afbeeldingen, logo's en teksten zijn eigendom van Audi ©. Deze website heeft geen relatie met het bedrijf Volkswagen - Audi Spanje of een van haar dochterondernemingen ter wereld. Meer informatie. Om contact op te nemen met de auteur van deze website, klik hier.