Het controlelampje
brandt totdat de veiligheidsgordel aan bestuurders- en bijrijderszijde wordt omgegespt. Vanaf een bepaalde rijsnelheid klinkt bovendien een akoestisch waarschuwingssignaal.
brandt totdat de veiligheidsgordel aan bestuurders- en bijrijderszijde wordt omgegespt. Vanaf een bepaalde rijsnelheid klinkt bovendien een akoestisch waarschuwingssignaal.