Geldt voor wagens met plug-inhybrideaandrijving
De EV-modus kan alleen worden ingeschakeld, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- de ladingstoestand van de hoogvoltaccu is voldoende,
 - de temperatuur van de hoogvoltaccu is voldoende (niet onder ca. -10 °C en niet boven 40 °C buitentemperatuur),
 - de snelheid is niet hoger dan ca. 130 km/h,
 - er wordt geen kickdown uitgevoerd,
 - rijstand S is niet gekozen.
 
Wanneer aan één of meer voorwaarden niet wordt voldaan, wordt de EV-modus uitgeschakeld. De verbrandingsmotor start automatisch. Bovendien gaat het controlelampje 
 in het instrumentenpaneel branden. De led in de knop 
 en het controlelampje 
 gaan uit.
		
 in het instrumentenpaneel branden. De led in de knop 
 en het controlelampje 
 gaan uit.
			Het elektrisch rijden wordt niet automatisch voortgezet. Activeer de EV-modus opnieuw link►.
		
			Als u in de EV-modus de kickdown hebt ingetrapt, wordt de EV-modus tijdelijk verlaten. Als u het gaspedaal weer loslaat en de snelheid onder 130 km/h ligt, wordt de EV-modus weer geactiveerd. De led in de knop 
 brandt permanent en het controlelampje 
 gaat aan.
 brandt permanent en het controlelampje 
 gaat aan.Let op
		
			Om technische redenen, bv. bij ophoping van condensaat in de motor, kan het noodzakelijk zijn dat de verbrandingsmotor langer continu draait. In deze fase is er geen puur elektrisch rijden mogelijk.
