 
- Afb. 1 Knipperlichthendel: Knop voor active lane assist
 
- Afb. 2 Voorruit: Cameravenster voor active lane assist
Geldt voor wagens: met Audi active lane assist
Om het systeem in en uit te schakelen op de knop Afb. 1 drukken. Het controlelampje  of
 of  in het instrumentenpaneel brandt of gaat uit.
 in het instrumentenpaneel brandt of gaat uit.
 of
 of  in het instrumentenpaneel brandt of gaat uit.
 in het instrumentenpaneel brandt of gaat uit.Controlelampjes
 Paraat: het controlelampje brandt, als het systeem gereed is. Het systeem kan nu ingrijpen.
 Paraat: het controlelampje brandt, als het systeem gereed is. Het systeem kan nu ingrijpen. Niet paraat: het controlelampje brandt, als het systeem weliswaar is ingeschakeld, maar niet kan ingrijpen. Dit kan onder andere de volgende oorzaken hebben:
 Niet paraat: het controlelampje brandt, als het systeem weliswaar is ingeschakeld, maar niet kan ingrijpen. Dit kan onder andere de volgende oorzaken hebben:- Er is geen scheidingslijn aanwezig.
- De relevante scheidingslijnen worden niet herkend (bv. bij markeringen voor wegwerkzaamheden, door sneeuw, vuil, regen, tegenlicht).
- De rijsnelheid ligt onder de activeringssnelheid van ca. 65 km/h (afhankelijk van het land).
- De rijstrook is smaller dan ca. 2,5 m of breder dan ca. 4,5 m.
- De bocht is te scherp.
- U heeft de handen niet op het stuur.
