|
- Afb. 1 Wiel: Binnenzeskant voor het draaien van de wielbouten
- Afb. 2 Wiel: Montagepen in het bovenste gat
Wiel verwijderen
Bovenste wielbout met de binnenzeskant in de schroevendraaiergreep (wagengereedschap) volledig eruit draaien Afb. 1 en op een schone ondergrond leggen.
Montagepen (wagengereedschap) met de hand in de vrijgekomen boring vastdraaien Afb. 21).
Overige wielbouten eruit draaien.
Wiel verwijderen Voorzichtig!. De montagepen blijft daarbij in de boring.
Wiel plaatsen
Let bij het plaatsen van draairichtinggebonden banden op de aanwijzingen op ►Link.
Het wiel over de montagepen schuiven Voorzichtig!.
Wielbouten plaatsen en met de binnenzeskant iets vastdraaien.
Montagepen eruit draaien en de overgebleven wielbout eveneens iets vastdraaien.
Wagen met de krik* voorzichtig laten zakken.
Wielbouten met de wielsleutel kruiselings vastdraaien.
De wielbouten moeten schoon zijn en gemakkelijk draaien. Contactvlakken tussen wiel en naaf controleren. Verontreinigingen op deze vlakken verwijderen alvorens het wiel te plaatsen.
ATTENTIE!
Nooit de binnenzeskant in de schroevendraaiergreep gebruiken om de wielbouten vast te draaien. Met de binnenzeskant kunt u niet het vereiste aantrekmoment bereiken - gevaar voor ongevallen!
Bij het verwijderen en plaatsen van het wiel kan de velg tegen de remschijf/keramische remschijf* slaan en deze beschadigen. Daarom voorzichtig te werk gaan en u door een tweede persoon laten assisteren.
1) Geldt voor wagens met keramische remschijven*: een tweede montagepen* (opgeborgen in het kunststof deel voor het wagengereedschap) gebruiken, analoog aan de beschrijving van de eerste montagepen, voor de onderste boring.