Gebruiksaanwijzing AUDI Q5 HYBRID 2014
 Audi MMI   Communicatie   Bellen  Meer instellingen
Geldt voor wagens: met telefoon
Kies de toets TEL > keuzetoets Instellingen.
Bellen via
Mobiele telefoon: u belt via uw mobiele telefoon, die u via Handsfree verbindt, en bent overeenkomstig bereikbaar onder het telefoonnummer van de simkaart in de mobiele telefoon. U gebruikt de simkaart in de simkaartlezer* uitsluitend voor Audi connect diensten Link.
Ingestoken simkaart: u gebruikt de simkaart in de simkaartlezer* zowel voor telefoongesprekken als ook voor Audi connect diensten. Uw telefoongesprekken voert u via de buitenantenne van de wagen voor geoptimaliseerde spraak- en ontvangstkwaliteit. Voor de telefoonopties bent u bereikbaar onder het telefoonnummer van de simkaart in de simkaartlezer*. Afhankelijk van de soort simkaart kan dit hetzelfde telefoonnummer bij het bestaande mobiele-telefooncontract van uw mobiele telefoon zijn (twin-/multisimkaart) of een ander telefoonnummer bij een apart mobiele-telefooncontract.
Nadat u van optie bent veranderd, wordt de MMI opnieuw opgestart.
Gespreksopties
Doorschakeling: het doorschakelen van inkomende oproepen naar uw voicemailbox of een ander telefoonnummer kan geactiveerd of gedeactiveerd worden. Met de functie Alle doorsch. deactiveren worden alle ingestelde doorschakelingen opheven.
Optie wachtfunctie1): de aanwijzing (signaaltoon) voor een inkomende oproep tijdens een telefoongesprek kan geactiveerd of gedeactiveerd worden. Met Status controleren wordt opgevraagd, of deze functie in- of uitgeschakeld is.
Eigen nummer meezenden1): het meesturen van het telefoonnummer bij uitgaande oproepen kan geactiveerd of gedeactiveerd worden. Met de instelling Netwerkafhankelijk wordt de met de provider contractueel overeengekomen instelling gebruikt. De instellingen hebben alleen betrekking op het menu Telefoon in de MMI. Houd er rekening mee, dat na het verbreken van de Bluetooth-verbinding de instellingen van uw mobiele telefoon gelden.
Automatisch opnieuw kiezen: bij ingeschakelde functie (aan) wordt een telefoonnummer dat in gesprek is automatisch tot vijf keer gekozen. Met Ophangen kan het automatisch opnieuw kiezen worden afgebroken. De functie wordt alleen actief, wanneer het netwerk een in-gesprekstoon meldt.
Automatisch beantwoorden: bij ingeschakelde functie (aan) wordt een inkomende oproep na korte tijd automatisch beantwoord.
Telefooninstellingen
Telefoonmodus: om het netwerkgedrag te optimaliseren, kunt u bij wagens met autotelefoon uit drie verschillende soorten telefoongebruik kiezen. Automatisch: de autotelefoon wisselt afhankelijk van de beschikbaarheid en ontvangst van netwerken alsmede van de positie van de wagen automatisch tussen UMTS- (3G) en GSM-netwerken (2G). Bij het gebruik van Google Earth en WLAN kunnen er beperkingen optreden. Telefonie geoptimeerd: de autotelefoon maakt verbinding met het GSM-netwerk (2G). De ontvangst is optimaal op het gebruik van telefonie afgestemd. Bij het gebruik van Google Earth en WLAN kunnen er beperkingen optreden. Als u kiest voor de telefoonmodus Automatisch of Telefonie geoptimaliseerd, zijn netwerkspecifieke beperkingen bij het parallele gebruik van Audi connect diensten en telefoongesprekken mogelijk. Datadiensten geoptimeerd: de autotelefoon wordt afhankelijk van de beschikbaarheid en ontvangst van netwerken en van de positie van de wagen met het UMTS- (3G) of GSM-netwerk (2G) verbonden. De ontvangst is optimaal op het gebruik van datadiensten afgestemd. Bij de telefonie kunnen er beperkingen optreden. Het is raadzaam, deze instelling hoofdzakelijk in gebieden met goede beschikbaarheid van UMTS-netwerken (3G) te gebruiken.
Keuze telefoonbel2): de gekozen beltoon wordt kort afgespeeld en is bij het verlaten van het submenu ingesteld.
Volumeregeling2): voor de instellingen Volume telefoonbel en Volume telefoongesprek zie Link.
Nummerweergave2): bij ingeschakelde functie (aan) worden telefoonnummers of namen bij inkomende en uitgaande oproepen op het MMI-scherm weergegeven. Bij uitgeschakelde functie (uit) worden in plaats van telefoonnummers of namen sterretjes ******** op het MMI-scherm weergegeven. Er vindt geen koppeling met opgeslagen telefoonnummers in de MMI plaats. De oproeplijsten worden niet geactualiseerd.
Oproeplijsten wissen: alle vermeldingen van de oproeplijsten Gekozen nummers, Gemiste oproepen of Beantwoorde oproepen kunnen worden gewist. Met de functie Alle wissen worden alle lokale oproeplijsten van de MMI gewist.
Instellingen telefoonnet : onder Aanmelden kunt u Automatisch het netwerk van uw netwerkprovider kiezen of Handmatig een netwerk kiezen uit een lijst van te ontvangen netwerken. De beschikbare netwerken op uw huidige positie kunnen in de Netwerkkeuze worden gekozen. Deze functie is alleen beschikbaar als bij Aanmelding handmatig is ingesteld.
Sms-instellingen: met de functie Verzonden sms opslaan worden alle verzonden sms-berichten opgeslagen. Met Geheugencapaciteit kunt u het aantal opgeslagen sms-berichten op de simkaart, de resterende geheugenruimte voor nieuwe sms-berichten op de simkaart en het aantal opgeslagen sms-sjablonen laten weergeven. Onder Service center kunt u het nummer van de berichtencentrale opvragen of wijzigen.
Pincode-instellingen (sim): bij ingeschakelde functie Autom. pincode-ingave (sim) (aan) wordt de pincode van de gebruikte simkaart na de eerste ingave automatisch in de MMI opgeslagen. Daardoor hoeft de pincode van de simkaart niet elke keer dat de Bluetooth-verbinding tot stand wordt gebracht opnieuw te worden ingegeven. In de MMI kunnen de pincodes van vier verschillende simkaarten worden opgeslagen. Bij uitgeschakelde functie wordt de momenteel in de MMI opgeslagen simkaartpincode gewist. Is de functie ingeschakeld, dan volgt er geen Pincode-afvraag (sim). Bij de instelling Pincode-afvraag (sim) activeren wordt de simkaartpincode gevraagd, telkens wanneer wordt ingeschakeld. Bij Deactiveren volgt bij het inschakelen geen Pincode-afvraag (sim). De instelling Auto. pincode-ingave (sim) wordt in dat geval genegeerd. Sommige simkaarten staan het deactiveren van de Pincode-afvraag (sim) niet toe. Onder Pincode (sim) wijzigen kunt u de pincode van uw simkaart wijzigen. Geef eerst de huidige pincode van uw simkaart in. De simkaartpincode mag alleen bestaan uit de cijfers 0 t/m 9. De nieuwe simkaartpincode moet om veiligheidsredenen tweemaal ingegeven worden en wordt op de simkaart opgeslagen. Indien de simkaartpincode wordt gewijzigd en de simkaart zit in een verbonden mobiele telefoon met sim access-profiel, moet na het verbreken van de Bluetooth-verbinding met de autotelefoon de nieuwe simkaartpincode ook op de mobiele telefoon ingegeven worden. Anders bent u niet bereikbaar.
Voicemailnummer: via het ingavescherm Nummer kan het voicemailnummer via het letter-cijferscherm ingegeven resp. bewerkt worden. Door het voicemailnummer op te slaan kan de voicemail via het symbool in het letter-cijferscherm opgeroepen worden. Via de functie Nummer voicemail wissen wordt het opgeslagen voicemailnummer gewist.
Oproeplijsten hersorteren: de telefoonnummers in de oproeplijsten worden op tijdstip gesorteerd. Bij ingeschakelde functie (Aan) vindt de sortering in omgekeerde volgorde plaats.
Serienummer (IMEI): het serienummer van de in de MMI ingebouwde telefoonmodule wordt weergegeven.
Bluetooth
Bluetooth: de Bluetooth-functie van de MMI kan worden aan- en uitgezet. Bij ingeschakelde functie (aan) verschijnt het Bluetooth-symbool -14- Afb. 1 op het MMI-scherm.
Voor anderen zichtbaar: de zichtbaarheid van de MMI in de mobiele telefoon resp. de bedieningshoorn* of in de Bluetooth-audioplayer wordt aan- en uitgezet. Bij de instelling auto is de MMI bij stilstaande wagen en ingestoken contactsleutel ongeveer vijf minuten zichtbaar voor mobiele telefoons resp. voor de bedieningshoorn* of een Bluetooth-audioplayer. Daarna wordt de zichtbaarheid uitgeschakeld. Bij uitgeschakelde zichtbaarheid kan er desondanks een Bluetooth-verbinding met reeds verbonden mobiele telefoons of afspeelapparaten tot stand worden gebracht. Om de autotelefoon voor anderen onzichtbaar te maken, moet de functie na het verbinden uitgeschakeld worden. Wanneer via een gekoppelde Bluetooth-audioplayer audiobestanden worden weergegeven, wordt de zichtbaarheid van de MMI automatisch uitgeschakeld, omdat de weergave anders gestoord zou kunnen worden.
Bluetooth-audioplayer: om de Bluetooth-audioplayer als bron in het menu Media te kunnen kiezen Link, moet de functie Bluetooth-audioplayer zijn ingeschakeld (Aan). Om storingen in het menu Telefoon of Media te voorkomen, de functie Bluetooth-audioplayer uitschakelen (Uit), wanneer u de Bluetooth-audioplayer niet gebruikt. Wanneer via een gekoppelde Bluetooth-audioplayer audiobestanden worden weergegeven, wordt de zichtbaarheid van de MMI automatisch uitgeschakeld, omdat de weergave anders gestoord zou kunnen worden.
Bluetooth-apparaten zoeken: Bluetooth-apparaten binnen het bereik worden gezocht en weergegeven.
Gekoppelde Bluetooth-apparaten: met de MMI verbonden Bluetooth-apparaten worden opgesomd. Het actief verbonden Bluetooth-apparaat is met het Bluetooth-symbool gemarkeerd. Om verbonden Bluetooth-apparaten afzonderlijk te wissen, het apparaat kiezen en via de functie Bluetooth-apparaat wissen wissen. Om bij verbonden mobiele telefoons te wisselen tussen het remote sim access-profiel (Autotelefoon) en het handsfree-profiel (Handsfree) of naar het Audioplayer-profiel, bij stilstaande wagen het Bluetooth-apparaat kiezen en het profiel wijzigen via de functie Verbinden. Via de functie Verbreken kan de verbinding met het verbonden Bluetooth-apparaat verbroken worden.
Bekende apparaten: maximaal 50 reeds bekende apparaten worden vermeld. Deze Bluetooth-apparaten kunnen eventueel bij een verbindingspoging niet meer binnen bereik zijn.
Bluetooth-naam: de Bluetooth-naam van de MMI (bv. „AUDI MMI 2613“) wordt weergegeven en kan gewijzigd worden.
Externe Bluetooth-apparaten wissen: alle gekoppelde Bluetooth-apparaten kunnen door bevestigen met Ja worden gewist. Een verbonden bedieningshoorn* (bv. „AUDI BTHS“) moet afzonderlijk worden gewist.
Verbindingen
Zie vanaf Link.
Autotelefoon inschakelen/Autotelefoon uitschakelen
Wanneer u de autotelefoon na het laatste gebruik niet apart heeft uitgeschakeld, wordt de telefoon bij contact „aan“ automatisch ingeschakeld.
U kunt de autotelefoon ook via de bedieningshoorn* uitschakelen Link.
Aanwijzing
  • Er kunnen meerdere mobiele telefoons met de MMI worden gekoppeld, waarbij slechts één mobiele telefoon actief met de MMI verbonden kan zijn.
  • Om alle verbonden Bluetooth-apparaten te wissen, kan de functie Bluetooth worden teruggezet op de fabrieksinstellingen Link.
1) Geldt voor mobiele telefoon met remote sim access-profiel (rSAP)
2) Afhankelijk van de verbonden mobiele telefoon.

Alle afbeeldingen, logo's en teksten zijn eigendom van Audi ©. Deze website heeft geen relatie met het bedrijf Volkswagen - Audi Spanje of een van haar dochterondernemingen ter wereld. Meer informatie. Om contact op te nemen met de auteur van deze website, klik hier.