| 
	
- 
				

 - Afb. 1 Verwarmings- en ventilatiesysteem resp. handbediende airconditioning*: Bedieningselementen
 
					Geldt voor wagens: met verwarmings- en ventilatiesysteem of handbediende airconditioning
			
					De functies worden via de draairegelaars en toetsen aangestuurd. De led in de betreffende toets brandt als de functie is ingeschakeld.
				
				Handbediende airconditioning*
				Voor een behaaglijk klimaat raden wij u aan:
							- In het warme jaargetijde de temperatuur zo in te stellen, dat deze maar enkele graden lager is dan de buitentemperatuur
 - Het aanjagertoerental gematigd in te stellen
 - De luchtstroom niet rechtstreeks op de persoon te richten.
 - De luchtroosters zo nodig op „indirect“ te zetten ►Link
 
Sleutelherkenning
				Bepaalde instellingen worden automatisch opgeslagen en aan de gebruikte sleutel met radiografische afstandsbediening toegekend.
							- Verwarmings- en ventilatiesysteem: stoelverwarming (bestuurderszijde)
 - Handbediende airconditioning: stoelverwarming (bestuurderszijde), toets A/C
 
A/C Koelfunctie* in- en uitschakelen
				De koelfunctie werkt alleen bij ingeschakelde aanjager. Bij uitgeschakelde koelfunctie wordt de lucht niet gekoeld en ontvochtigd. Hierdoor kunnen de ruiten beslaan. Bij buitentemperaturen onder 0 °C schakelt de koelfunctie automatisch uit.
 
		 Aanjager instellenOm beslaan van de ruiten te voorkomen, moet de aanjager steeds op een lage stand draaien. Als de ruiten beslagen zijn, moet u een hogere aanjagerstand kiezen en de regelaar op 
 
		 zetten.
 
		 zetten.Luchtverdeling en luchtroosters instellen
				Met de draairegelaar 
 
		, 
 
		, 
 
		 en 
 
		, kunt u de luchtverdeling instellen. Een instelling tussen 
 
		 en 
 
		 biedt in de meeste gevallen een aangename atmosfeer.
				
 
		, 
 
		, 
 
		 en 
 
		, kunt u de luchtverdeling instellen. Een instelling tussen 
 
		 en 
 
		 biedt in de meeste gevallen een aangename atmosfeer.In stand 
 
		 worden de voorruit en zijruiten zo snel mogelijk ontwasemd resp. ontdooid. De circulatiefunctie wordt uitgeschakeld, maar kan door opnieuw drukken op de 
 
		-toets weer handmatig worden geactiveerd.
				
 
		 worden de voorruit en zijruiten zo snel mogelijk ontwasemd resp. ontdooid. De circulatiefunctie wordt uitgeschakeld, maar kan door opnieuw drukken op de 
 
		-toets weer handmatig worden geactiveerd.De ronde luchtrooster in de bestuurdersruimte zijn verstelbaar 
				►Link.
				Om in het vochtige jaargetijde te voorkomen dat de zijruiten voorin beslaan, adviseren wij de luchtroosters aan de zijkant te openen, deze opzij te richten en de stand „spot“ te kiezen.
				Voor het verwarmen van het interieur achterin zitten onder de voorstoelen voetluchtroosters.
 
		 Circulatiefunctie in- en uitschakelenIn de circulatiefunctie wordt de lucht in het interieur gecirculeerd en gefilterd. Hierdoor wordt verregaand voorkomen dat verontreinigde buitenlucht in het interieur van de wagen terechtkomt. Wij adviseren u, om de circulatiefunctie in te schakelen als u door een tunnel rijdt of in een file staat ATTENTIE!.
				De circulatiefunctie wordt in de ontwasemingsstand 
 
		 uitgeschakeld.
 
		 uitgeschakeld.



